Dit boek biedt een toegankelijke en vaak verwonderende kennismaking met de meest opmerkelijke planten van de aarde. In een stijl die zowel jeugdige lezers als volwassenen aanspreekt, beschrijft de auteur de verrassende vormen, groeipatronen en leefwijzen van planten uit uiteenlopende klimaten en werelddelen. Door middel van verhalende uitleg en talrijke illustraties wil het werk de natuurkennis verrijken en het respect voor de plantenwereld stimuleren. Het tweede deel van Wonderen uit het plantenrijk richt zich op uitzonderlijke en merkwaardige plantensoorten. Het behandelt onder meer vleesetende planten, reuzenflora, planten met bijzondere aanpassingen, waterplanten, woestijnvegetatie en soorten met opmerkelijke voortplantings- of overlevingsstrategieën. De Cock plaatst wetenschappelijke kennis in begrijpelijke taal en illustreert elk hoofdstuk met voorbeelden uit de wereldwijde flora. Het werk vervult zowel een educatieve als een populair-wetenschappelijke functie, typisch voor Vlaamse natuurkundige jeugdboeken uit de 19de eeuw. Alfons de Cock (1850-1921) was een Belgische hoofdonderwijzer en een van de grondleggers van de wetenschappelijke volkskunde in Vlaanderen. Hij wijdde zijn leven aan het verzamelen en publiceren van Vlaamse sages, sprookjes, en tradities. Naast zijn volkskundig werk schreef hij ook diverse lees- en schoolboeken, waarvan dit botanische werk een voorbeeld is. Hij nam in 1894 de redactie van het tijdschrift "Volkskunde" over.