De kleine neurasthenicus is geschreven als een verzameling 'kleine ziektegeschiedenissen' en bevat talloze casussen van personen met wat vroeger 'neurasthenie' of 'zenuwlijden' genoemd werd: lichamelijke en psychische gevoeligheden, verontrustende gedachten, dwangmatige angsten of obsessies, overgevoeligheid voor geluid, onrust, slapeloosheid, twijfel, vrees voor verval, neiging tot overpeinzing. Daarnaast geeft de auteur tal van tips, trucs en aanbevelingen die volgens hem kunnen leiden tot een 'ordentelijk leven': discipline, mentale rust, aandacht voor lichamelijke en geestelijke gezondheid, zelfreflectie, ordelijkheid in gewoonten, vermijden van overmatige prikkels, het zoeken naar regelmaat en innerlijke rust. Het geheel is opgevat als praktische, quasi-therapeutische handleiding, niet strikt medisch in hedendaagse zin, maar eerder psychologisch, moreel en existentieel, gericht op mensen die worstelen met nervositeit, angst, onzekerheid, melancholie of neurotische trekken.