OK  
  OK        Cancel  

BOOKS

Stefaan Top (red.) Volkskunde. Driemaandelijks tijdschrift voor de studie van de volkscultuur. 111de jaargang - 2010, nr. i. Antwerpen, Centrum voor studie en documentatie, 2010.
€ 10.00
Softcover, 110pp., 15.5x23cm., in zeer goede staat.
Itemnummer 19249
Bevat o.a.: "S. TOP De Hellejongen. Een Vlaamse duivelssage als casus voor de problematiek schriftelijke versus mondelinge overlevering." Met zijn episch gedicht 'Legende van de Hellejongen' (1883) heeft de volksgeneesheer Karel de Gheldere (1839-1913) het volgende fascinerende verhaal op papier gezet. Een boze stiefmoeder haat haar luie zoon en wil dat haar man hem als bediende inhuurt, al is het maar aan de duivel. En zo geschiedde. Gedurende zijn drie jaar als portier van de heli heeft de jongen veel gezien en meegemaakt. Hij doet verslag van deze ervaringen na zijn thuiskomst. Dit gedicht bevat allerlei traditionele legende-elementen, wat bewijst dat de auteur goed bekend was met de verhalende populaire cultuur van zijn tijd. Deze legende is behoorlijk bekend geworden in Koekelare, waar het verhaal zich rond 1820 zou hebben afgespeeld, en in de omgeving. Het verhaal is zelfs bekend in andere delen van Vlaanderen. Het interessante is dat de verhalen uit de mondelinge traditie geen saaie hervertelling zijn, maar een zeer creatieve weergave van dit verhaal. Dit illustreert een goed voorbeeld van hoe literatuur zich via het basisonderwijs heeft ontwikkeld tot een goed voorbeeld van verhalende populaire cultuur. "R.A. KOMAN. De bok der zonde. Satanisch ritueel misbruik in de orthodox-protestantse vertelcultuur." De mainstream media schrijven tegenwoordig nauwelijks meer over satanisch ritueel misbruik (SRM) na een hype en een spervuur ??van misbruik tussen gelovigen en ongelovigen in de jaren tachtig. Tegenwoordig interpreteren wetenschappers en de meeste journalisten de verhalen over het onderwerp als broodjeaapverhalen. Ze zien satanisten in de verhalen als buitenbeentjes, degenen die de schuld krijgen van onfatsoenlijk gedrag zoals porno en incest. In het veld van volksverhalenonderzoek worden de verhalen gecategoriseerd als Satanische Paniek. Onder veel Nederlandse orthodoxe christenen zijn de verhalen over SRM echter nog steeds wijdverspreid. Binnen het christelijke circuit verspreiden de verhalen over SRM zich snel en het aantal verhalen lijkt zelfs binnen specifieke christelijke denominaties toe te nemen. De verhalen zijn buiten de christelijke gemeenschap nauwelijks bekend, hoewel gelovigen ook buiten de christelijke gemeenschap nog steeds te vinden zijn. Er worden veel populaire christelijke boeken gepubliceerd over het occulte, de duivel (als een reëel wezen), satanisme in het algemeen en exorcisme. In deze boeken worden de meest gruwelijke verhalen over SRM verteld. Daarnaast verspreiden predikanten en dominees het woord in kerkdiensten en op christelijke conferenties. De auteur verzamelde ook verhalen van zogenaamde slachtoffers van SRM, die vrij gemakkelijk te vinden zijn binnen de christelijke gezondheidszorg en door contact op te nemen met christelijke kerken. Dankzij de verhalen groeit de bevrijdingsdaad door exorcisme, priesterschap en de hulp van de zogenaamde slachtoffers, zelfs binnen traditionele christelijke kerken. "W. DE BLECOURT. 'Met bloed uw naam van onder op dit perkament zetten' . Duivelsverhalen in de schriftelijke en mondelinge overlevering" Sinds Maurits de Meyer in 1942 Vlaamse, Nederlandse, Duitse en Franse varianten van De Smid en de Duivel (ATU 330) analyseerde, vormde dit de focus van het Vlaamse debat over de orale versus literaire herkomst van sprookjes. In dit artikel wordt De Meyers bewijsmateriaal opnieuw onderzocht. Het leidt tot de conclusie dat hij de aanzienlijke invloed van het verhaal van De Smid en de Duivel in de Amusante kindervertellingskens, een bundel met voornamelijk Perrault-verhalen die rond 1800 in verschillende edities in Gent werd gepubliceerd, bagatelliseerde. Bovendien waren leraren en priesters gedurende de negentiende eeuw gretig om dit verhaal te publiceren als een echte volkstraditie, wat ook bijdroeg aan de populariteit ervan. Mondelinge hervertellingen liepen slechts in geringe mate uiteen. De Meyers maxime, die een bijna volledige scheiding tussen gedrukte werken en volkstraditie postuleert, kan niet langer worden gehandhaafd. De herstudie van De Smid en de Duivel wordt geflankeerd door een bespreking van twee andere verhalenbundels waarin mannen een pact met de duivel wisten te ontlopen. De Gevederde Vrouw (ook bekend als 'Het brengen van een onbekende Anima', ATU 1091), met verwijzingen naar soortgelijke hulp van de Heilige Maagd, werd vanaf de zestiende eeuw in verschillende versies verspreid via grappenboeken. Een zeldzame Vlaamse Faustlegende bevat motieven die tot dezelfde groep behoren, zoals het plaveien van een weg voor een koets en het onmiddellijk daarna slopen ervan. Dit verhaal werd verspreid als liedtekst. In de protestantse Faust-pamflettraditie kon de magiër echter niet worden verlost en ook de legenden weerspiegelen dit.






Back to Top Privacy