Dit zeer praktische handboek biedt een systematische methode om kleuren te mengen voor zowel acryl- als olieverfschilderijen. De methode werkt met zes basiskleuren - geel, oranje, rood, violet, blauw en groen - en laat zien hoe gewenste kleuren ontstaan door variatie in toonwaarde (licht/donker), intensiteit (helderheid) en schakering. Het boek is gericht op schilders van alle niveaus die een betrouwbaar en logisch systeem zoeken om hun kleurenpalet zelf te ontwikkelen en te beheren. Het boek is opgebouwd rond praktische instructies en voorbeelden. De auteur legt eerst de zes basiskleuren uit en hoe je ermee kan werken. Vervolgens behandelen ze hoe je mengt via drie dimensies: toonwaarde, intensiteit en schakering. Er zijn stap-voor-stap oefeningen en kleurmengreeksen, zodat je geleidelijk een uitgebreid kleurenpalet kan opbouwen. Er wordt ook aandacht besteed aan kleurtheorie in de praktijk, met tips over het behouden en corrigeren van mengsels. Het ontwerp van het boek is overzichtelijk, met tabellen en kleurvoorbeelden die het mengen visueel ondersteunen.