Een elegant en vlot geschreven boek waarin Umberto Eco de utopie van de volmaakte taal door bijna tweeduizend jaar volgt. Van de pre-babelische taal tot de formele kunsttalen en het Esperanto, van Dante en Llull tot de hedendaagse taalkundige projecten. Eco laat zien hoe de zoektocht naar een universele taal voortdurend botst met de diversiteit en rijkdom van menselijke talen. In dit werk onderzoekt Umberto Eco de geschiedenis van het idee van een ?volmaakte taal? in Europa, van de oude mythologieën en filosofieën tot moderne pogingen zoals het Esperanto en formele logica-talen. Hij bespreekt zowel linguïstische, filosofische als semiotische aspecten, en plaatst de zoektocht in verband met Europese identiteit en meertaligheid.