De 15e-eeuwse kunstenaar leefde onder een gunstig gesternte. De Bourgondische vorsten voerden het mecenaat hoog in het vaandel en gaven met gulle hand opdrachten aan boekverluchters, beeldhouwers, architecten, musici en schilders. Gent, Brugg, Brussel en later ook Antwerpen werde de kunstcentra naast Firenze en Rome. Maar ook in Leuven, Doornik en Oudenaarde waren meesters actief en lieten een kunstschat na van ongeëvenaarde werken. De Vlaamse Primitieven opent de deuren van de schildersateliers en laat geen enkel facet van het schildersambacht links liggen; van de voorbereiding van de houten panelen tot het maken van de lijsten, van de schetsen en de ondertekening tot de contracten met kopers, van de symbolische betekenis van sommige voorwerpen tot de diverse verf- en glacislagen... Samen met de uitmuntende tekst nodigen de illustraties uit om het allemaal nog eens opnieuw te gaan bekijken en met meer inzicht dan voorheen te genieten van de pracht en praal van dit Vlaams patrimonium.