Hij zou met de fiets vertrekken uit Oostakker, via onder meer Wachtebeke, Zelzate en Westdorpe naar Terneuzen rijden en na het romantische bezoek aan zijn lief in Terneuzen terugkeren over de westelijke kanaaloever via Philippine en Boekhoute terug naar Langerbrugge. Het zou zich allemaal afspelen in de periode 1900-1910 en over alle stadjes, dorpen en gehuchten die hij passeerde, zou hij anekdotes vertellen, met af en toe een knipoog naar het heden. Eén ding stond vast: de Vlaming kon putten uit een schat aan oud fotomateriaal, door de jaren heen verzameld bij zijn eindeloze speurtochten naar 'het verleden van de Kanaalzone'. De anekdotes tekende hij het afgelopen jaar op uit de mond van oude Kanaalzonebewoners, die zich spontaan aanmeldden, maar ook van heemkundigen als Edwin Hamelink uit Terneuzen en bijvoorbeeld Loek van Hecke uit Sluiskil.