BOOKS
Moulin-Coppens, Josée.
De geschiedenis van het oude Sint-Jorisgilde te Gent vanaf de vroegste tijden tot 1887.
Gent : Staelens , 1982
€ 59.50
Gebonden, kunstlederen band met goudopdruk, 483pp., 18x25cm., ills. in z/w., in zeer goede staat. Luxe-uitgave met mooie kunstlederen band. Nummer 13, met opdracht van de auteur.
Het Sint-Jorisgilde van Gent was tot vóór de Franse Revolutie het eerste en voornaamste van de vier hoofdgilden die borg stonden voor de veiligheid van de stad. Het kruisboogschuttersgilde (voetboogschutters) van Sint-Joris werd als eerste reeds vermeld in 1314 in de Gentse stadsarchieven en was het voornaamste door de doeltreffendheid van het wapen dat zij gebruikten, de kruisboog. Het glorietijdperk van het gilde strekt zich uit over de 14de, de 15de en het begin van de 16e eeuw. In 1369 laat de koning van Frankrijk zich inschrijven als lid ter gelegenheid van het huwelijk van zijn broer Filips de Stoute, hertog van Bourgondië met Margaretha van Male, dochter van de graaf van Vlaanderen. Het gilde nam deel aan talrijke feestelijke schietspelen waaronder één der prachtigste feestelijkheden ooit door het gilde zelf ingericht, het Landjuweel van 1440. Er namen 58 gilden aan deel met 580 schutters en 8.000 gildegezellen. 50.000 nieuwsgierigen en kijklustigen van het graafschap Vlaanderen en omstreken hebben dit Landjuweel meegemaakt. In de 15de eeuw hadden de Sint-Jorisleden, het nu nog bestaande Sint-Jorishof, recht tegenover het stadhuis van Gent, als lokaal. Boven de trapgevel is het wapenschild van Sint-Joris nog te zien en bij het betreden van het restaurant toentertijd, was een grote collectie borden tentoongesteld van het Sint-Jorisgilde en andere gilden. In die periode liet Karel de Stoute, Hertog van Bourgondië, zich inschrijven als lid van het gilde. Vanaf het begin van de 15e eeuw doen de vuurwapens hun intrede en de vermaardheid van de kruisboog kwijnt stilletjes weg. Doch, de roemrijke banier van het hoofdgilde van Sint-Joris Gent, wappert echter nog steeds als eerste bij blijde inkomsten, vieringen van zegepralen enz. [zie: wikipedia.]