In het spel werken de auteurs de theorie uit dat er een wisselwerking tussen toeval en natuurwetten bestaat. De mens heeft het spel niet uitgevonden, zonder spel zou de mens echter niet compleet zijn. Het spel is een natuurverschijnsel dat vanaf het allereerste begin de loop der wereld heeft bepaald. Vorming van materie, organisatie van materie tot levende structuren en sociaal gedrag van levende wezens zijn onderhevig aan de wetten van het spel. Toeval en wet, de twee basisbestanddelen van het spel, zijn bepalend voor iedere gebeurtenis in het heelal. De natuurwetten fungeren als spelregels. Deze regels leggen het toeval, de onbepaaldheid van gebeurtenissen op elementair niveau, aan strakke banden. Op het speelveld van de werkelijkheid zien we patronen ontstaan, er is sprake van informatie, de wetten van selectie en evolutie gaan een rol spelen. Manfred Eigen en Ruthild Winkler illustreren hun theorie met behulp van spelen - klassieke spelen zoals go, schaak, backgammon, bridge, maar ook speciaal voor dit boek ontworpen spelen die zijn ontleend aan wetenschappelijke modellen voor natuurlijk evenwicht, selectie en groei, of zelfs de opbouw van DNA. Alle spelen kunnen aan de hand van de spelregels en de voorbeelden worden nagespeeld. Tijdens het spel ontstaat inzicht in evolutieprocessen, moleculaire genetica, generatieve grammatica, statistiek, muziek en economische wetmatigheden. In de technische hoofdstukken komen actuele 'apocalyptische' problemen aan de orde. Kan het genetisch materiaal worden gemanipuleerd? Zullen intelligente machines ons ooit overheersen? Wat zijn de gevolgen van groei in een begrensde leefruimte? Volgens welke principes vermeerderen zich levende wezens, goederen, kapitaal en macht?