Toen Engeland werd geteisterd door oorlogen en plagen, was het Verre Oosten beschaafd. Het idee dat West-Europa de rest van de wereld in de nabije toekomst zou domineren, leek onzin. Maar - dankzij Groot-Brittannië, Spanje, Portugal en ook Nederland en Frankrijk - Europese landen waren aan het begin van de vorige eeuw in 58% van de wereld de baas, en controleerden ze bijna 80% van de wereldwijde economie. Hoe was dat gelukt? Volgens Ferguson waren we beter in wetenschap, was ons arbeidsethos scherper dan dat in het Oosten. We ontwikkelden een maatschappij waarin consumentisme en genadeloze concurrentie de factoren voor succes waren. En nu? Met zorg maar niet zonder zelfvertrouwen kijkt hij naar de verworvenheden van onze beschaving: onze beschaving is de beste, we moeten ernaar streven onze leiderspositie vast te houden.